Celina Dekker-Rueff

Sankt0Ludwig, - Sobibor,
Celina werd 60 jaar
Woonde Vordenseweg 12
Vraag hier een Stolperstein voor Celina aan.

Familie

Biografie

Celine (of Celina) Rueff was een dochter van Leopold Rueff en Julie Levy uit Basel in Zwitserland. Zij had nog drie broers: Marcel, Paul en Louis en drie zusters Mathilde, Lucie en Berthe.

Celine Rueff trouwde op 10 Augustus 1911 in Amsterdam met Salomon Dekker (roepnaam Leo), een winkelier in confectie en een zoon van Levie Abraham Dekker en Rebecca van Vliet.  Haar man overleefde de Sjoa maar Celine werd in Sobibor vermoord.

Celine’s zuster Berthe was de jongste van alle Rueff-kinderen; zij was geboren in 1894. Toen zij van Basel naar Amsterdam kwam in April 1920, woonde zij in bij haar zuster Celine en haar man Salomon Dekker en bleef daar tot dat zij trouwde in December 1920 met Jonas Kattenburg.

Celine Rueff voelde zich thuis bij de familie Dekker en ondernam verschillende uitjes met hen. Zo ging zij onder meer met haar schoonzuster Anna Dekker, Louis, een zoontje van haar zwager Jacob Dekker, en Rebecca (Beppie) een dochter van haar schoonzuster Emma Dekker in 1924 eens naar het Vondelpark in Amsterdam, waarvan die gebeurtenis nog een foto bewaard is gebleven.

Op 5 April 1933 werd Celine Rueff opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis Het Apeldoornsche Bos, waar zij verbleef tot 17 Mei 1934 en van waar zij werd overgeplaatst naar de psychiatrische instelling "Het Provinciaal Ziekenhuis Meer en Berg" in Santpoort in de gemeente Bloemendaal.

Toen die instelling werd geëvacueerd naar Warnsveld in verband met het bouwen van de Atlantikwall, kwam zij op 15 januari 1943 aan in het Groot Graffel. Op 8 april 1943 werd ze 'niet hersteld ontslagen' uit de instelling in Warnsveld en overgebracht naar het 'Israëlisch Noodziekenhuis' in Zutphen, van waaruit ze in de nacht van 9 op 10 april 1943 werd afgevoerd naar Westerbork. Op 13 april 1943 werd Celina met het zevende transport gedeporteerd naar Sobibór waar zij bij aankomst op 16 April 1943 direct werd vermoord.

Het Coda-archief Apeldoorn/bevolkingsregister; Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart van Salomon Dekker; website www.wiewaswie.nl, overlijdensakte uit Haarlem nr. B346 van 9 December 1947 voor Celina Rueff; het archief van de Joodse Raad, kaart van Celina Rueff ; website https://1940-1945.bloemendaal.nl/index.php?id=16  met de geschiedenis van het Provinciaal Ziekenhuis Meerenberg in Santpoort met een lijst van de slachtoffers van de nazis; dhr. John Stienen, onderzoeker van de Psychiatrische instelling Groot Graffel in Zutphen en een toevoeging van een bezoeker van de website.

 

De familie Rueff was afkomstig uit in Saint Louis wat gelegen is in de zuidelijk Elzas en grensde nagenoeg aan de stad Basel. Saint Louis of  Sankt Ludwig: het gebied was in 1871 door Duitsland geannexeerd maar het werd na de Vrede van Versailles in 1918 weer Frans. De familie verhuisde later naar Basel en verkreeg in 1916 het Zwitserse staatsburgerschap.

Het gezin Rueff bestond uit negen personen:  de ouders Leopold Rueff, een handelaar in stoffen en naaimachines en gehuwd met Julie Levy; de zonen Marcel, Paul en Louis en de zusters Mathilde, Lucie, Celine en Berthe.

Van de jongste zoon Louis is niet veel meer bekend dan dat hij tijdens de Eerste Wereldoorlog in Duitsland of Frankrijk vermist is geraakt. Paul, handelaar in sanitaire artikelen, is altijd in Basel gebleven en is daar in 1961 overleden. De oudste zoon Marcel was handelsreiziger in politoer voor automobielen en reisde door heel Europa. Tijdens zijn reizen ontmoette hij de uit Rotterdam afkomstige Lena Huisman en trouwde met haar rond 1905. Hij overleed in zijn woonplaats Zürich in 1941.

De vier zusters Rueff woonden toen nog thuis en waren nog ongehuwd. De reden daarvan was  dat in Zwitserland toekomstige echtgenoten “grote bruidsschatten” vroegen maar vader Leopold Rueff was niet zó bemiddeld dat hij hen allen de gewenste bruidsschatten kon meegeven. In Nederland speelde dat in die tijd minder of geheel niet en de echtgenote van Marcel Rueff, Lena Huisman heeft in feite de aanzet gegeven dat de vier zusters in Nederland zijn getrouwd.

Mathilde Rueff kwam door Lena Huisman in contact met de Abraham Munnikendam en trouwde met hem in Maart 1905 en vonden een woning in de Blasiusstraat 16 in Amsterdam. Eens kwam haar zuster Lucie op bezoek toen zij op straat werd opgemerkt door Joseph Barmes, die in dezelfde straat op nr. 66 woonde. Hij vond haar een knappe vrouw, kwam met haar in contact en zij zijn in October 1906 met elkaar getrouwd. Daarna kwam Celine op bezoek in Amsterdam. Die ontmoette daar Salomon Dekker, doorgaans Leo genoemd en is in Augustus 1911 met hem getrouwd. De jongste zuster Berthe woonde toen nog thuis. Celine, die met Leo Dekker op de O.Z. Achterburgwal woonde, heeft haar toen in 1920 naar Amsterdam gehaald. Zij kwam in contact met Jonas Kattenburg, die “om de hoek” in de Nieuwe Hoogstraat woonde en is in December 1920 met hem getrouwd.

Mathilde Rueff en Abraham Munnikendam overleden in het midden van de jaren ’20 en zijn op de Joodse Begraafplaats van Muiderberg begraven.  De drie andere  zusters zijn tijdens de Sjoa vermoord.

Bronnen