Stedelijk Lyceum: Hel in Theresienstadt maakt indruk

Daniel in Zutphen

Stiekem maakte de joodse vader van Tommy ruim 65 jaar geleden grappige tekeningen voor zijn dan driejarig zoontje. De plaatjes, een verjaardags-cadeautje, duiken na de oorlog op in het voormalige Tsjechische getto (latere kamp) Theresienstadt. De vader zal de hel niet overleven. Hij behoort tot de ruim vijf miljoen Europese joden, die door de Holocaust van de nazi’s het leven laten. Maar Tommy overleeft als jongste politieke gevangene.

Op zijn achttiende krijgt hij van zijn adoptieouders het creatieve ‘testament’ van zijn vader. Tommy leidt nu met vrouw en vier kinderen een gelukkig leven in Mannheim.

Zonder dat ze de geschiedenis van deze plaatjes dan nog kennen fantaseren zo’n vijftig leerlingen van het Stedelijk Lyceum van het Daltoncollege er woensdagmiddag flink op los.

Het is het begin van een bijzonder gastcollege door medewerker Daniël Rozenga van het Yad Vashem Instituut (Jeruzalem). Hij praat met de jongens en meisjes (vijftien tot zeventien jaar) over het joodse leven tijdens de oorlog in met name Theresienstadt. Maar ook over de gevolgen van uitsluiting en discriminatie in de huidige tijd van groepen mensen als buitenlanders en homoseksuelen.

De gruwelijkheden van de oorlog en jodenvervolging zijn zware kost voor de leerlingen. Toch blijken de lyceumstudenten op vragen van Rozenga redelijk op de hoogte van de verschrikkelijke gebeurtenissen in ’40-’45 en speciaal de Holocaust. Het wordt echt muisstil als in de propvolle klassen indringende brieven van Tommy en zijn adoptievader als getuigenisgeschiedenis worden voorgelezen.

Vooral de voortdurende dreiging dat ze op transport ‘naar de dood’ zouden worden gesteld maakte het leven van de 139.667 joden in Theresienstadt tot een hel. Alleen al in 1942 stierven er 16.000 joden.

De nazi’s wisten het Rode Kruis tijdens een inspectie zelfs om de tuin te leiden. Ze hadden er, vertelde Rozenga, snel een modelkamp van gemaakt met nepcafé’s, -winkels en -geld. Bovendien hoefde een kamer door maar drie mensen te worden gedeeld, omdat veel joden overhaast naar Auschwitz waren afgevoerd. Zelfs alle acteurs en de regisseur die aan de propagandafilm van de nazi’s over Theresienstadt hadden meegewerkt werden later vergast.

De leerlingen luisteren ademloos, maar horen tot hun verbazing ook dat er in Theresienstadt een uitbundig cultureel leven bestaat. Schrijvers, musici, dansers, acteurs en academici vinden elkaar juist in deze ellendige tijd. “Kunst is een manier om te overleven én te vergeten”, antwoorden enkele leerlingen op deze vraag. Rozenga: “Maar ook uitingen om weerstand te bieden. Ze lieten daarmee zien dat ze zeker geen parasieten waren.”

Directeur Marko Otten van het Stedelijk Lyceum vertelt dat van de in de oorlog weggevoerde Zutphense joden 90 procent niet terugkeerde. Docent Dave Gout probeert de kinderen gerust te stellen: “Het gaat erom dat jullie niet met een schuldgevoel naar huis gaan, maar wél weten wat er is gebeurd.”

Bron: Daniël Rozenga en Peter ten Cate