Joodse vluchtelingen uit Duitsland ongewenst

Persoonlijke vluchtverhalen van Joodse vluchtelingen en de kille waarheid van ambtelijke circulaires vertellen een pijnlijke geschiedenis van het Nederlandse vluchtelingenbeleid in de jaren ’30.

Joodse vluchtelingenJoodse vluchtelingen
© Bundesarchiv

Persoonlijke vluchtverhalen van Joodse vluchtelingen en de kille waarheid van ambtelijke circulaires vertellen een pijnlijke geschiedenis van het Nederlandse vluchtelingenbeleid in de jaren ’30. Voor de Duitse invasie 1940 vluchten tussen de 35.000 en 50.000 Duitse Joden naar Nederland. Het merendeel probeert verder te vluchten en dat heeft de Nederlandse overheid ook het liefst. Naarmate de nood in Duitsland hoger wordt, doet Nederland de grens steeds verder dicht.

In 1939 steekt Ellen Eliël-Wallach met haar ouders illegaal de grens over vanuit Duitsland. “Mijn ooms hadden een mensensmokkelaar geregeld. Drie mannen namen ons achterop de fiets om in het donker de grens over te glippen.”

Micha Schliesser wordt met zijn ouders in Oldenzaal uit de trein gehaald en gevangen gezet. “Vervolgens zijn wij van asielzoekerscentrum naar asielzoekerscentrum gebracht”. Schliessers vader helpt mee met de bouw van het centrale opvangcentrum voor Joodse vluchtelingen, kamp Westerbork.

Daags na de Reichskristallnacht in 1938, stuurt de Nederlandse Minister van Justitie Goseling een circulaire naar de Marechaussee. “In verband met den toestand in Duitsland is een nadere toestrooming van Joodse vluchtelingen naar ons land te verwachten… In het algemeen dient de grens … ook voor deze nieuwe vluchtelingen gesloten te blijven.”

Ons land wacht tevergeefs op een Europese oplossing voor dit internationale vluchtelingenprobleem.

Premier Colijn tijdens de algemene beschouwingen: “Onze berichten zijn dat het buitenland de grenzen gegrendeld houdt. Dit betekent dat als wij de grenzen onbelemmerd zouden openstellen, dan ook alle vluchtelingen door dat eene open gat Nederland zouden binnenkomen. Hoeveel Joden zouden er dat zijn?”

Ondertussen wordt voor de vluchtelingen die toch de grens overkomen, gebouwd aan een centraal opvangkamp. Dit kamp mag niet bij Apeldoorn komen, zoals oorspronkelijk het plan was, omdat Koningin Wilhelmina dat te dicht bij Paleis het Loo vindt. Dus wordt het Westerbork in het veraf gelegen Drenthe. Een kamp betaald door de Joodse gemeenschap en gebouwd met hulp van de vluchtelingen zelf. Vanaf 1939 dient Westerbork als centrale opvangplek voor de Joodse vluchtelingen.