Kuiperstraat 39

Weggevoerd van Kuiperstraat 39

Er is een Stolperstein gelegd voor Abraham
Er liggen Stolpersteine voor dit pand.
Vraag hier aanvullende stenen aan.

toespraak uitgesproken door Menno Tamminga op de 17de april 2024

Goedemiddag beste mensen, 

Welkom bij het leggen van de Stolperstein voor Abraham Mozes. Namens Annemarie Hering, dochter van Bela Mozes, en Carla Mozes, dochter Van Herman Mozes, en namens mij wil ik u bedanken voor uw interesse en uw aanwezigheid.

Mijn naam is Menno Tamminga. Ik woon in Zutphen. Onderzoek naar Zutphen tijdens de bezetting is een van mijn bezigheden, zo ben ik in de geschiedenis van Abraham Mozes terecht gekomen. 

Ik zal u iets vertellen over dit deel van de straat, de Kuiperstraat, en over Abraham Mozes.

Zoals u ziet is de huizenrij achter mij compleet veranderd sinds de tijd dat Abraham Mozes hier woonde. Media jaren zeventig zijn de huizen die hier stonden gesloopt en deze nieuwbouw kwam ervoor in de plaats.

Dit stukje van de Kuiperstraat was een klein stukje Joods Zutphen. Dat weten we vanwege de mensen die hier woonden, maar vanwege een inspecteur van politie die aan het begin van de straat woonde. Toen hij opdracht kreeg joden uit huis te halen weigerde hij. ‘Moet ik dan soms mijn buren oppakken zonder dat zij iets hebben gedaan?’, zou hij tegen de commissaris van politie hebben gezegd. Hij ging met ziekteverlof en kwam niet meer terug in dienst tijdens de bezetting.

De Kuiperstraat liep toen tot en met nummer 43, dat was het hoekpand met de IJsselkade. Op nummer 43 woonden Aron en Sara Krukziener met hun twee dochtertjes. Aron had een pettenfabriek in de Raadhuissteeg.

Op 37 woonde de familie De Metz. De vader, Benedictus de Metz, was godsdienstleraar en ook koster van de Joodse Gemeente. Op nummer 39 woonde familie Weijel. Op dat adres woonde vanaf 1937 ook Abraham Mozes.

Wat ben ik nog te weten gekomen over hem?

 

Vorig jaar was ik bij het leggen van een Stolperstein en daar betitelde de spreker de weggevoerde en vermoorde bewoners als skeletten. Ik vond dat een confronterend woord, maar hij legde dat uit en ik parafraseer zijn woorden hier. Wij weten van de slachtoffers nog wat data, nog wat gegevens van de burgerlijke stand. Maar we hebben geen foto. We hebben geen verhalen over wie ze waren. We slagen er niet meer in om deze mensen tot volwaardige mensen te laten herleven, mensen van vlees en bloed.

Dat is voor Abraham Mozes evenzo. We missen zelfs relevante gegevens en moeten ons behelpen met administratieve ‘feiten’ van na de oorlog. De woorden ‘we weten het niet’ zult u in het navolgende helaas nog een paar keer moeten horen.

Abraham was de oudste zoon van Isaäk Mozes en Elisabeth Doodewaard. Hij werd geboren 28 augustus 1896, hier in Zutphen. Een jaar later werd hun dochter Marie geboren. Hun moeder is al heel jong gestorven. In 1902. Isaäk is vrij snel hertrouwd met de zus van Elisabeth, Anna Doodewaard. Samen kregen zij nog drie kinderen: Daniël (1903), Belitje (1908), die Bela werd genoemd, en Herman (1913).

Vader Isaäk had een winkel op de Nieuwstad. De Nieuwe Bazar. Het beste en goedkoopste adres, was zijn reclameslogan.

Heeft Abraham in de winkel zijn eerste verkoopervaring opgedaan? We weten het niet.

Wat ik wel weet: ergens in de jaren twintig van de vorige eeuw is Abraham naar Duitsland vertrokken. Als beroep gaf hij op: handelsreiziger in koffie. In Muhlheim a/d Saar leerde hij een Nederlandse vrouw kennen. Bertha de Levie. Zij zijn op 23 augustus 1925 in Muhlheim getrouwd.

Ze zijn toen naar Nederland gekomen en woonden in Eefde.

Als beroep staat opnieuw handelsreiziger, maar nu in zeep.

In Eefde is op 4 april 1926 hun zoon Izak geboren.

Op 21 februari 1935 heeft de rechtbank in Zutphen de echtscheiding van Abraham en Bertha uitgesproken. Als zijn beroep staat nu vermeld: koopman.

Waarom hield hun huwelijk geen stand? We weten het niet.

Bertha vertrok samen met hun zoon Izak. Bertha is later hertrouwd met Marcus Polak uit Goor. Hij had een groothandel in groente.

In 1937 is Abraham weer in Zutphen komen wonen, Kuiperstraat 39.

Toen de Duitsers Nederland onder de voet hadden gelopen en de anti-Joodse maatregelen stuk voor stuk van kracht werden kun je de naam van Abraham volgen in de ambtelijke lijsten van de gemeente Zutphen. Hij moest een Jodenster dragen en betaalde 1 gulden voor de ster. Hij leverde zijn radio in. Dat is allemaal keurig opgeschreven op lijsten.

Hij is op 17 november 1942 met 75 andere Joodse Zutphenaren ‘s avonds uit huis gehaald. Ook zijn ouders aan de Nieuwstad zijn toen meegenomen. De volgende dag, op 18 november, zijn ze ingeschreven in Kamp Westerbork. Abraham is op 24 november 1942 op transport gezet naar Auschwitz. Als sterfdatum is later 31 maart 1944 en als plaats van overlijden ‘ergens in Midden Europa’ vastgesteld.

Wat er werkelijk is gebeurd weten we niet.

Bela Mozes en Herman Mozes hebben de Jodenvervolging overleefd.

De levende bewijzen daarvan staan in ons midden.

De andere familieleden zijn omgebracht.

Voor Isaäk Mozes, zijn vrouw Anna en hun zoon Daniël liggen Stolpersteine voor het pand Nieuwstad 10.

Voor Marie Mozes, haar man Isaak van Gelder en hun zoon Israël, die Iwi werd genoemd, is twee jaar geleden een plaquette onthuld in Voorst. Isaak van Gelder had in Voorst een hotel café restaurant genaamd Het Wapen van Gelderland. Daar hangt de plaquette.

Voor Abraham Mozes was er geen plek van herinnering.

Die plek is er nu wel.

Dank voor uw komst, dank voor uw aandacht.