Barlheze
Bevindingen Barlhezewerkgroep, voor de Vooravond 21 oktober 2025
Toen ik ruim vijf jaar geleden in Zutphen ging wonen, kwam ik er al snel achter dat vanuit ‘mijn’ huis in de oorlog drie Joden zijn weggevoerd en in concentratiekampen zijn vermoord. In Mauthausen en Sobibor. Louis, Clara en Isabella Koppel. Zo ben ik terechtgekomen bij Stolpersteine Zutphen.
Stolpersteine Zutphen regelt het plaatsen van de gedenkstenen, die meestal worden aangevraagd door nabestaanden, huidige bewoners of andere betrokkenen. Er zijn tot vandaag 179 Stolpersteine gelegd. Merendeels voor Joodse slachtoffers, ook voor Sinti, een enkele keer voor een verzetsstrijder. Het streven van Stolpersteine Zutphen is stenen te leggen voor alle Zutphense slachtoffers van het nazibewind. Nog minstens 250 stenen te gaan.
34 daarvan gaan we dit najaar leggen. Morgen en op 19 november. Dat is het resultaat van ons Barlhezeproject. Vorig jaar oktober zijn we daarmee begonnen. Om in deze buurt, het Barlhezekwartier waar relatief veel Joden woonden, zo veel mogelijk stenen te leggen. In het Erfgoedcentrum hebben we een werkgroep gevormd die de geschiedenissen van Joodse families is gaan uitzoeken.
Zie kaart: Adressen Barlhezekwartier met Stolpersteine.
Paars: op dit adres leggen we op 22 oktober of 19 november stenen.
Groen: op dit adres hopen we in april 2026 stenen te leggen.
Balrheze werkgroep
De acht deelnemers komen deels uit de Barlhezebuurt (Ton Veenendaal, Evert Verhaaf, Marjet Vos), deels van ietsje verder weg (Henk Bakker, Tom de Ridder, Menno Tamminga). Een deelnemer, onze hardste werker, woont niet eens in Zutphen maar in Steenderen: Wim Knaake. Ikzelf heb niet zoveel uitgezocht, ik ben de coördinator. Dat ziet er zo uit:
We begonnen met de namen- en adressenlijst op de website van Stolpersteine Zutphen. We lazen Peter Kooij, over de geschiedenis van Joods Zutphen. We lazen het Barlheze-boek van de Historische Vereniging Zutphen. En we kregen instructies van John Löwenhardt over bronnen en websites om geschiedenissen van Joodse families in kaart te brengen.
Aan de slag!
Van de ene familie was meer te vinden dan van de andere. Van bakkers en slagers, zoals Levison, Dormits en Weijel, vind je veel advertenties. Daarmee krijg je een beeld van hun leven. Voorbeelden: Patisserie, cuisinier, confiseur: hoe chic! Maar ook een tikfoutje. Prachtige slogan!
Van anderen vonden we minder. Zoals van de drie families Lipschits voor wie er nog geen Stolpersteine liggen. Zij waren arm, lieten weinig papieren sporen na. Maar ook voor hen willen we stenen leggen. Als we voldoende donaties verwerven, gebeurt dat in april volgend jaar.
We vonden ook foto’s. Voorbeelden:
|
Afbeelding
|
Afbeelding
|
|
Afbeelding
|
Afbeelding
|
Dan deze foto: Dat is even schrikken: Een bekladde winkelruit van de firma Roozendaal, tricotage, lingerie en wol begin jaren veertig in Lochem.
Ik weet niet of er in Zutphen ook dergelijke bekladdingen waren. Maar duidelijk is dat er voor Joden een heel onaangename tijd was aangebroken. De anti-Joodse maatregelen volgden elkaar snel op.
Wat te doen?! Onderduiken? Waar zijn we veilig?
Sommigen dachten deportatie te ontlopen door een Sperre, een tijdelijke vrijstelling. Die Sperres werden verleend door de Joodse Raad. Van de Duitse bezetter mocht de Joodse Raad steeds minder Sperres verlenen en uiteindelijk bleken alle Sperres heel tijdelijk. De ‘gesperden’ werden alsnog vervolgd. Anderen dachten een goed heenkomen te vinden in Het Apeldoornsche Bosch, een grote Joodse psychiatrische inrichting. Dat geldt bijvoorbeeld voor Mietje Vomberg-Vromen, voor wie we op 19 november op de Groenmarkt een steen gaan leggen. Een zoon van haar was er opgenomen, zij dacht er in elk geval veilig te zijn.
Maar nee. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werd Het Apeldoornsche Bosch door de nazi’s ontruimd. Ongeveer 1100 patiënten en 50 personeelsleden werden rechtstreeks naar Auschwitz gedeporteerd en aldaar meteen vermoord. Sommigen overleefden werkelijk door onder te duiken. Een voorbeeld: Gerda Menko en Sally Alexander Themans, zij overleefden in Hoorn. Gerda werkte er in het ziekenhuis, op de afdeling ‘besmettelijke ziekten’. Daar kwamen de Duitsers liever niet.
Maar, zoals we weten, de meesten overleefden niet. We vonden veel registratiekaarten, hier enkele, onder andere met de datum van transport uit Westerbork:
Van de 34 slachtoffers uit het Barlhezekwartier voor wie we dit najaar stenen leggen, zijn er tien op dezelfde dag en in hetzelfde concentratiekamp vermoord: op 27 november 1942 in Auschwitz. Het zijn Elske, Levi en Johanna Weijel, Rachel Bos, Joël en Antje van Gelder, Simon Goldstein, Julius, Sara e Karola Siesel. Zij zijn allen slachtoffer van de razzia in Zutphen op de avond van de 17de november. Toen werden 76 Joden in Zutphen uit hun huis gehaald. Ze moesten de nacht doorbrengen in de wachtkamer derde klasse van het station en werden de volgende ochtend naar Westerbork getransporteerd.
Ook in Auschwitz vermoord, maar op andere dagen, in 1942 en in 1943, zijn: Roosje van Gelder, Mietje en Rijntje Dormits, Simon Levison, Mietje, Salomon, Johanna en Bertha Vomberg, Jansje Levison, Ludwig Menko. Vermoord in Sobibor in 1943: Jacob en Heintje Dormits, Sallie en Helene Levison, Sophia van Gelder, Louis en Antonette Sternfeld. Elders vermoord: David Levison (Mauthausen), Abraham Dormits (Schöppinitz), Nathan, Meier en Juda Louis Vomberg (Midden-Europa). Overleden in Westerbork: Salomon Bos. Overleden in Zutphen door anti-Joodse maatregelen: Sanna Siesel.
Weinig overleefden
Heel weinig weggevoerden overleefden de concentratiekampen. Dat is de zoon van Sallie Levison van de Berkelkade wel gelukt. David en zijn vrouw Henriëtte overleefden Bergen-Belsen, met drie van hun kinderen. Zij hebben waarschijnlijk in de laatste dodentrein van Bergen-Belsen gezeten, die in april ’45 dagenlang door Duitsland reed en in Tröbitz tot stilstand kwam. Op 23 april werd het gezin Levison in Tröbitz bevrijd, door het Rode Leger.
Dina Levison, dochter van Sallie van de Berkelkade, en haar man Julius overleefden meerdere kampen. Zij hebben een Sperre gehad, die verviel, zaten ondergedoken, zijn verraden, gingen alsnog naar de kampen, maar wisten te overleven. Na zijn bevrijding in april ’45 zocht de sterk verzwakte Julius vanuit Duitsland zijn echtgenote. In Zutphen aangekomen belde bij met de burgemeester van hun woonplaats Kamerik. Die kon Julius gelukkig vertellen dat zijn kinderen nog leefden. Toen Julius in zijn woonplaats aankwam, herkende zijn vrouw Dina hem eerst niet. ‘Ze zag niet dat de kale, magere man aan de straatkant haar echtgenoot was.’
Nabestaanden
Nadat we de belangrijkste gegevens van de slachtoffers in beeld hadden, hebben we geprobeerd nabestaanden te vinden. Dat is niet voor iedereen gelukt. Eén nabestaande was vanaf het begin betrokken: Paul Weijel. Hij zit niet in de werkgroep, hij woont in Brabant. Maar de werkgroep was nog maar goed en wel begonnen of we hadden al een indrukwekkend verhaal van Paul in onze mailbox. 33 leden van de familie Weijel uit Zutphen hebben de oorlog niet overleefd. Voor drie van hen leggen we morgen stenen op Barlheze 44.
Sommige nabestaanden hebben onze verslagen over de familiegeschiedenis gelezen. Dat was heel nuttig. Er kwamen correcties en aanvullingen. Onder anderen van Lis Shapiro-Vomberg uit de Verenigde Staten. Ze stuurde ook een foto, van de familie Vomberg:
Uit Israël kwam ook een bericht over het verslag over de Levisons van de Berkelkade: 'we kunnen de meeste gegevens niet controleren, maar we weten wel zeker dat het niet klopt dat David Levison en Henriëtte de Winter in Israël zijn gescheiden. We deelden een tuin. Ze zijn bij elkaar gebleven en ook na de dood van Henriëtte is David niet hertrouwd'. Dus die echtscheiding konden we schrappen uit het verslag.
In andere gevallen werden onze bevindingen juist bevestigd. Zo hadden we over Gerda en Heinrich Menko voorzichtig gesuggereerd dat er misschien sprake was van een schijnhuwelijk. Het leeftijdsverschil tussen de twee was groot (32 jaar!) en ze zijn in 1939 in Keulen getrouwd en in 1940 in Nederland alweer gescheiden. Ja, het was een schijnhuwelijk, meldde nabestaande Loekie Themans. Opdat de Duitse Gerda Menko de Nederlandse nationaliteit zou kunnen krijgen. In Duitsland was de Jodenvervolging immers in de jaren dertig al in volle gang. Loekie Themans, hier aanwezig, is een zoon van Gerda en een kleinzoon van Ludwig Menko, voor wie we morgen een steen gaan leggen.
We leggen morgen ook hier vlak achter, bij het plantsoen, Stolpersteine. Op nummer 9 van de Rozengracht, had de familie Sternfeld een winkel (fijne vleeswaren). Het puin is het resultaat van het bombardement van oktober 1944:
Tot slot
De slachtoffers mogen niet worden vergeten. Hun geschiedenissen mogen niet worden vergeten. De werkgroepleden hebben deze geschiedenissen vastgelegd. Die zullen op de website van Stolpersteine Zutphen komen. Zo blijven deze tragische, onvoorstelbare verhalen bewaard.
Het uitzoeken van de geschiedenissen was niet eenvoudig, maar wel leerzam. De werkgroep heeft veel medewerking gekregen van het Erfgoedcentrum. In het bijzonder van Etienne van den Hombergh en Ron Elsinga. Veel dank daarvoor. Ook Michiel Schoenmakers, webmaster van Stolpersteine Zutphen, heeft ons geholpen. Michiel, bedankt.
De zoektocht heeft ons niet onberoerd gelaten. Je gaat je verbonden voelen met de families. Ik heb dat zelf ook ervaren met de Koppels, die ‘bij mij’ op de Tadamasingel hebben gewoond. Wij van de Barlhezewerkgroep zijn geen nabestaanden. Het klinkt misschien raar, maar door de intensieve zoektocht is menigeen zich een beetje familie gaan voelen van degenen voor wie we stenen gaan leggen.
Bedankt Wim, Evert, Ton, Tom, Henk, Marjet en Menno!
Anneke Teunissen, 21 oktober 2025